Redactioneel


Het begin



Taal - Frans Timmermans


Oproep en Petitie voor de Nederlandse standaardtaal


Toelichting bij de Oproep
Nederlands Vanzelf Sprekend - Stijn Verrept


Onderbouwing van de Actie Nederlands Vanzelf Sprekend - Ghislain Duchâteau



Verenigd door taaleenheid - Lezing Peter Debrabandere

 


Hoe Vlaams is uw Nederlands? Overpeinzingen - Peter Debravandere


Gelukkig in mijn taal - Stijn Verrept


Manifest Taalcollectief -
Nederlands in het hoger onderwijs


Zes gedichten



Taal? Taaltje? Tussentaal? - Stijn Verrept



Snaaks


Spelling en onderwijs - José Vandekerckhove


Taal telt. Ook in het hoger onderwijs! - An De Moor


Taal om te leren... leven
Doelbewust en doelgericht onderwijs Nederlands en PAV - Jan Lecocq en Nora Bogaert



Nog meer informatie over taal en Nederlands op de VVA-website


 




 

Editie nummer 5 - oktober 2015

Speciale editie rond het Nederlands

Nederlands schept kansen

 
Redactioneel



Beste VVA-vrienden
Beste Lezers van deze publicatie


Deze eerste aflevering van het elektronisch magazine van het VVA Vivat Academia nr. 5 in het Academiejaar 2015-5016 is helemaal gewijd aan het Nederlands, de taal van 23 miljoen mensen in de wereld, de eerste taal ook in Nederland en Vlaanderen, onze eigen taal.

Met dit e-zine willen wij informeren, overtuigen en ook hier en daar een vrolijke noot brengen.

Met die vijftien bijdragen willen wij onze lezers in de eerste plaats heel wat informatie aandragen over onze taal.

Is dat dan nodig?

Daarvan zijn we heel erg overtuigd. Vrij algemeen lijkt het ons dat er weinig en weinig diepgaands bekend is over onze taal in het algemeen en over de verwerving van onze taal vooral in het onderwijs. We horen nogal eens opinies die ons de wenkbrauwen doen fronsen als: taal is correct schrijven of spellen, of taalonderwijs is spelling- en grammatica-onderwijs. Taal is voor ons veel veel meer. Taalgebruik is in de eerste plaats communicatie van onszelf met anderen en zelfs ook mét onszelf. Daarover en nog over zoveel meer rond taal, taalgebruik en taalleren willen wij u informeren in die vijftien documenten die we hier aan onze lezers aanreiken … om ze te lezen en om erover na te denken en om erover bij gelegenheid goed geïnformeerd over van gedachten te wisselen met anderen.

Is het dan belangrijk dat wij zoveel weten over onze eigen taal? Is onze taal voor elk van ons en voor onze hele gemeenschap wel een echt belangrijk gegeven?

Dat belang van onze taal mogen wij beslist niet onderschatten. Het Nederlands is een middelgrote taal door miljoenen mensen gesproken, geschreven, beluisterd en gelezen, aangeleerd in onze onderwijsinstellingen in ons eigen taalgebied en bestudeerd door meer dan 15.000 studenten aan universiteiten in de hele wereld. Het is ook de taal waarin wij het meest onszelf kunnen zijn, de ideeën, de wereld en het leven volkomen voor onszelf kunnen verwoorden. Het is dan ook de taal die wij op de eerste plaats moeten zetten, ze verzorgen, koesteren en cultiveren.

Daartoe willen wij u aanzetten met deze speciale editie, die exclusief artikelen bevat rond taal in het algemeen en rond het onderwijs in onze taal. We streven ernaar om een correcte perceptie over het Nederlands te beklemtonen en de status van het Nederlands bij onze academici maar ook ruimer bij iedereen die er belangstelling voor heeft zo nodig te ondersteunen. Een eerste reeks artikelen heeft het over het Nederlands in het algemeen. Verderop in de publicatie treft u ook artikelen aan die het onderwijs van het Nederlands tot onderwerp hebben. Hoe gaat het eraan toe in het secundair onderwijs? En welk taalbeleid wordt er ondernomen op academisch niveau in onze universiteiten en hogescholen? En ja toch, ook het spellingonderwijs ontbreekt hier niet. Tussenin worden u ook een zestal gedichten voorgeschoteld, die over taal handelen, maar die duidelijk de attitude van de Vlaamse dichters tegenover hun eigen taal onthullen. De inspanning om ze grondig te lezen kan de voldoening opbrengen begrip te hebben voor hun worsteling met het taalmedium. Joke van Leeuwen ervaart het wel heel anders als ze het over de ontdekking van andere woorden heeft.

Een gelegenheidsredactie van vijf heeft de verzameling documenten bij elkaar gebracht. Voor hun bijdragen betuigen wij onze bijzondere dank en ook aan de drie bestuursleden van het Netwerk Didactiek Nederlands die hun steentje hebben bijgelegd. Ides Callebaut verdient daarbij een pluimpje voor zijn illustraties.

Deze editie is ook de bijdrage van het Verbond der Vlaamse Academici aan de Week van het Nederlands van 10 tot 17 oktober 2015, die de Nederlandse Taalunie nu voor de allereerste keer organiseert. Het VVA is ook één van de partners bij de organisatie van het taalcongres van 10 oktober 2015 in het Vlaams Parlement onder het motto “Samenwerken in het Nederlands schept kansen”, een initiatief van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie samen met middenveldgroepen uit Vlaanderen en Nederland.

Wij wensen u vanuit de redactie en vanuit het VVA een vruchtbare en prettige lectuur toe van deze toch wel heel bijzondere editie.


Bruno Comer, hoofdredacteur
Ghislain Duchâteau, eindredacteur



Omhoog

Het begin

Alles
      Wat er is,
      moet ooit zijn
                      begonnen.
De westenwind,
      de bergen,
      het zingen van
      de vogels,
De Nederlandse taal,
      het bakken van
      brood.

Joke van Leeuwen
Dichter der Nederlanden

Omhoog
Taal - Frans Timmermans


Hij was eerder Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland. Nu fungeert hij als Eerste Vicevoorzitter van de Europese Commissie


Taal, we kunnen niet zonder. Waarom gaan we er dan zo gedachteloos mee om? Is taal te vanzelfsprekend? We kunnen ook niet zonder ademen en daar staan we evenmin bij stil. En toch. Taal verdient meer aandacht. Wat ik nu ga schrijven zal wel niet wetenschappelijk zijn, beschouw het als mijn ervaringsreis. Een reis die ik zo kort mogelijk met u wil delen. Door mijn achtergrond en levenswandel heeft taal altijd een grote rol gespeeld in mijn leven. Vanaf mijn derde levensjaar maken verhuizingen naar andere landen (en talen) vast deel uit van mijn bestaan. Je wordt dan altijd gedreven door de wens om zo snel mogelijk begrepen te worden, en zeker als kind, zo snel mogelijk opgenomen te worden, niet langs de kant te staan, niet op te vallen als een bloem in het verkeerde boeket. Dus je let op wat anderen doen, wat ze dragen, bovenal: hoe ze praten. Dat is meer dan ‘kale’ taal. Dat is ook jargon, tongval, intonatie, mimiek, context. En nog veel meer. Een taal echt goed leren, is dat allemaal leren, hiervoor een gevoeligheid ontwikkelen. Je hebt mensen die een taal perfect beheersen, maar geen bal hebben begrepen van de cultuur van diegenen voor wie het de moedertaal is. En andersom: je hebt mensen die de taal maar zo half/half leren, maar ondertussen de cultuur van de gebruikers tot in hun haarvaten weten op te nemen. Ideaal is beide, de absorptie van taal én cultuur, al is dat een kwestie van aanleg, niet alleen van toewijding.

Het belangrijkste dat ik nu met u wil delen is dit.  Alles staat of valt met een goede beheersing van de moedertaal, alles staat of valt met het talig opvoeden van kinderen, alles staat of valt met het eerste taalsjabloon dat door ouders en opvoeders aan kinderen wordt meegegeven. Begin met praten tegen uw kind nog voor het geboren is. Ga niet flauwekullen met talen die niet uw moedertaal zijn, maar spreek uit uw hart en in uw moedertaal met uw kinderen. Laat niet alleen de tv met ze praten. Leer ze goed luisteren naar ‘echte’ taal. Leer ze goed praten, daarna heel veel lezen. Ontzeg ze ook nooit de kracht en schoonheid van muziek. Als de moedertaal eenmaal met zorg en liefde is aangeleerd, wordt de rest kinderspel.

Ik ben hier zo gepassioneerd over omdat in mijn ervaring een slechte taalbeheersing leidt tot slecht kunnen denken. Wie slordig spreekt, denkt meestal ook slordig. Als dat een keuze is, prima. Als dat een gevolg is van het slecht leren van de taal, is dat tragisch, want je ontzegt mensen zo grote kansen in het leven. En nog iets. Ik durf de stelling wel aan dat mensen die hun gevoelens in taal niet goed kunnen omzetten, die gevoelens anders gaan opzetten. Want gevoelens wensen niet te worden genegeerd en maken je ziek als je het toch doet. Hoeveel agressie, hoeveel geweld is niet een rechtstreeks gevolg van het feit dat men niet talig genoeg is om verdriet, woede, onmacht in de juiste woorden om te zetten? Hoeveel kansen op dialoog, op onderling begrip, op constructieve oplossingen gaan zo niet verloren? Hoeveel mensen worden niet vreselijk verkeerd begrepen, met alle ongewenste gevolgen van dien?

Taal verdient veel meer respect en veel meer aandacht. Dat wilde ik even kwijt. Met woorden.

Frans Timmermans op zijn Facebookbladzijde – 11 juli 2015 14.57 u.


Omhoog

Nederlands Vanzelf Sprekend –
OPROEP - Actie voor het Nederlands en de Nederlandse standaardtaal – PETITIE


OPROEP

Als inwoners van het Nederlandse taalgebied richten wij ons met deze tweevoudige oproep tot iedereen die verantwoordelijkheid draagt in de politiek, het onderwijs en de media.

Wij doen dat vanuit de overtuiging dat aan allen, wat hun achtergrond ook moge zijn, maximale kansen geboden moeten worden om hun talenten te ontwikkelen en daarmee bij te dragen aan het eigen welzijn en dat van de gemeenschap in eigen land en daarbuiten.

Wij beseffen dat daartoe veel inzet nodig is, op verschillende gebieden. Wij beperken ons hier echter tot de taalbeheersing. Die is immers een fundamentele vereiste om toegang te krijgen tot de wereld van wetenschap en cultuur. Ze is ook onmisbaar om als volwaardig weerbaar lid te functioneren in onze open democratie.

1.Vanwege de fundamentele rol in het verwerven van kennis en functioneren in de gemeenschap dringen wij aan op versterking van het onderwijs in het Standaardnederlands.

Wij verwachten ook dat het zo veel mogelijk wordt bijgebracht aan anderstaligen die zich bij ons vestigen, zodat ook zij alle kansen krijgen.

2.Om culturele en economische redenen dringen wij er verder op aan dat alles in het werk wordt gesteld om de taaleenheid van Nederland en Vlaanderen te bevorderen.

Die biedt immers de beste garantie om het Nederlands te behouden als volwaardig communicatiemiddel in en voor een gemeenschap van ruim 23 miljoen taalgebruikers.



Wij verwachten van de Taalunie en de beleidsinstanties, vooral die van het onderwijs en de media, dat ze zich daarvoor ten volle inzetten.

Actiegroep Nederlands

Roland Baetens, Jan Bosmans, Leo Camerlynck, Marc Coussement, Peter Debrabandere, An De Moor, Louis De Troij, Ghislain Duchateau, Joep van Hasselt, Pieter Geertsma, Arnold Herman, Hans Nieuwdorp, Eric Ponette, Marijke Seresia, Theo Strauven, Hubert Sturtewagen, Dirk Van Bogaert, Jan Verhaverbeke, Johan Velghe, Jan Verleysen, Marc Van Outryve, Stijn Verrept, Joris Witkam

PETITIE

Hieronder staat de koppeling naar de bijhorende petitie online.
Met de petitie werd begonnen op 20 december 2013 en ze werd afgesloten op 1 augustus 2014.
Er zijn 5.688 ondertekenaars uit alle rangen en klassen en vooral van de docenten Nederlands overal in de wereld.

http://www.petities24.com/nederlands_vanzelf_sprekend

Op 23 mei 2014 werd de Petitie met de Oproep van de Actiegroep Nederlands Vanzelf Sprekend formeel overhandigd aan de algemene secretaris van de Nederlandse Taalunie. Daarbij werd hem verzocht ze over te maken aan de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie met het oog op beleidsadviezen aan het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie.

Omhoog


Toelichting bij de Oproep Nederlands Vanzelf Sprekend – Stijn Verrept



Em. prof. dr. Stijn Verrept (°1937, Gent) doceerde Zakelijke Taalbeheersing aan de Fac.T.E.W Universiteit Antwerpen en de Commercieel Technische Opleiding Techn. Universiteit Eindhoven. Hij schreef boeken over taalbeheersing en verzorgde een taalrubriek op de VRT-radio. Hij is oprichter van de Vlaamse Vereniging voor Zakelijke Communicatie (VVZC) en stichtte een prijs voor de beste verkoopbrief, de Gouden Veer. Hij leidt de Werkgroep Nederlands Vanzelf Sprekend en is lid van de Werkgroep Taal en Onderwijs van het VVA.

 

De oproep is een reactie op het artikel van Geert Van der Speeten in De Standaard (11 juni 2013) waarin gesteld werd dat het Nederlands in Nederland en Vlaanderen uit elkaar groeit en niemand zich daarover zorgen lijkt te maken.

Toen geen enkele instantie op het artikel bleek te reageren, hebben een aantal Vlaamse leden van de Orde van den Prince gemeend een actiegroep te moeten opzetten. Zij hebben gelijkgezinden uit andere Vlaamse organisaties en Nederlandse relaties uitgenodigd om samen de bovenstaande oproep op te stellen en te verspreiden in Vlaanderen en Nederland. Hij is ondertussen meer dan vijfduizendmaal ondertekend door Nederlandstaligen uit Vlaanderen, Nederland en daarbuiten.

De initiatiefnemers constateren dat  Vlamingen en Nederlanders van de verschillende regio’s elkaars taalgebruik in de meeste gevallen  goed verstaan. Zij beseffen dat dit in hoge mate te danken is aan de inspanningen die het onderwijs en de media hebben geleverd.  Zij betreuren echter dat de aandacht voor de Standaardtaal de laatste tijd is verminderd, met alle gevolgen van dien. Zo blijkt dat ook sommige niet-dialectische televisieprogramma’s ondertiteld moeten worden voor goed begrip over de staatsgrens.

De initiatiefnemers wijzen elke particularistische houding af en bevestigen de keuze die door Vlamingen al in de negentiende eeuw is gemaakt, voor taaleenheid met Nederland.

Die gemeenschappelijke standaardtaal is hét instrument om over de staatsgrenzen heen samen te werken en de gemeenschappelijke cultuur verder uit te bouwen.

Verder wordt verduidelijkt dat taaleenheid enige variatie niet uitsluit. De auteur wijst erop dat het belangrijk is om – eventueel naast andere varianten - een aantal van die registers van de Standaardtaal te beheersen en te weten waar en wanneer ze kunnen/ moeten worden gebruikt. Ook taalzorg is van betekenis. Onderwijs en media kunnen de kracht, rijkdom en schoonheid van het Nederlands laten zien. Leerlingen en studenten hebben bij het leren beheersen en hanteren van de taal duidelijke regels en normen nodig.

Lees de hele toelichting op de website van het VVA

Omhoog


Onderbouwing van de actie Nederlands Vanzelf Sprekend - Ghislain Duchâteau


Lic. Germ. Talen Ghislain Duchâteau is erelector Nederlands Hogeschool PXL, vicevoorzitter Netwerk Didactiek Nederlands (NDN), vicevoorzitter VVA, verantwoordelijke Werkgroep Taal en Onderwijs van het VVA, maakt deel uit van het bestuur van de Actiegroep Nederlands Vanzelf Sprekend en vertegenwoordigt VVA in de Stuurgroep Organisatie Taalcongres 10 oktober.

Achtereenvolgens behandelt de auteur de aanzet tot die onderbouwing, de functionaliteit en de beheersing van de taal, de actuele perceptie ervan met de courante opvattingen over het Nederlands, de karakteristieken van het Standaardnederlands, de prioriteit van de standaardtaal tegenover de andere taalvariëteiten en het belang van een correcte perceptie van onze taal in functie van de status van het Nederlands.

Aanzet

Deze actie betekent een kritisch-constructieve inzet voor de status en de perceptie van het Nederlands. De actiegroep wil de huidige courante perceptie over het gesproken Nederlands bijsturen en de status van onze taal ondersteunen en zo mogelijk zelfs verbeteren bij het publiek en in het onderwijs. Beide objecten lopen niet alleen parallel maar bij een nauwkeuriger perceptie die nauwer aansluit bij de taalwerkelijkheid zelf zal beslist de status van de Nederlandse standaardtaal erbij kunnen winnen.

Lees de hele onderbouwing van de actie op de website van het VVA


Omhoog

Verenigd door taaleenheid -
Pleidooi voor de eenheid van de Nederlandse taal - Lezing van Peter Debrabandere
- 12 september 2015

 

Lic. Peter Debrabandere is docent Nederlands, Duits en copywriting aan de Katholieke Hogeschool VIVES, Brugge. Hij is hoofdredacteur van Neerlandia.
Hij is lid van het bestuur van de Actiegroep Nederlands Vanzelf Sprekend en lid van de Stuurgroep Organisatie Taalcongres 10 oktober 2015

Dames en heren,

In 1999 introduceerde Ludo Simons het beeld van Vlamingen en Nederlanders als
twee volken gescheiden door dezelfde taal. Sindsdien wordt het beeld regelmatig herhaald. Zo bijvoorbeeld Bart Dirks in de Volkskrant (17-2-2006): “Wat verbindt Vlaanderen en Nederland nog? Graag betogen cultuurpessimisten dat we steeds meer gescheiden raken door dezelfde taal. We zouden ons amper nog interesseren voor elkaar.” Of Bart De Wever in 2010 tegen een journalist van de Nederlandse krant Trouw: “We zijn twee volkeren, gescheiden door dezelfde taal.”

Origineel is dat beeld niet. George Bernard Shaw zou ooit beweerd hebben: “England and America are two countries separated by a common language.” Oscar Wilde schreef in The Canterville Ghost  (1887): “We have really everything in common with America nowadays, except, of course, language.” En dat beeld wordt elders overgenomen. In 2005 verscheen in het boek L’Europe et les Francophonies een bijdrage met de titel France et Belgique francophone – Deux pays qu’une même langue sépare? In 2013 verscheen in het blad Sprachspiegel (Heft 2) een bijdrage met de titel Durch gemeinsame Sprache getrennt: Impressionen zum Gebrauch des Deutschen in der Schweiz und in Deutschland.

De vraag is daarbij of dat beeld klopt voor het Nederlandse taalgebied. In welke mate zijn Vlamingen en Nederlanders inderdaad twee volken gescheiden door dezelfde taal. Officieel hebben Vlamingen en Nederlanders dezelfde taal, het Nederlands. In de officiële terminologie is er van scheiding geen sprake. Nederlands is Nederlands. Nederlands in Nederland. Nederlands in Vlaanderen. Dat is helder. Het Nederlands is één taal.

De auteur verduidelijkt hoe er in de loop van de tijd verschillende benamingen voor het Nederlands gangbaar waren. Verder verheldert hij hoe talen in Europa doorgaans samenvallen met de staatsgrenzen maar hoe dat met onze taal vanaf 1585 anders is gelopen. Nederlands en Vlaams hadden twee talen kunnen worden, maar dat is ondanks alle verwikkelingen niet gebeurd. 'Dat zovelen pleiten voor meer Engels omdat het kansen biedt in een geglobaliseerde wereld, maar tegelijk niet zien dat het Nederlands de taal van Vlaanderen én Nederland is, wat ook veel kansen creëert, is een vreemde paradox.'

Lees het hele pleidooi op de website van Academia.edu

 

Omhoog

Hoe Vlaams is uw Nederlands?

Overpeinzingen bij een internetenquête over ‘Vlaamse woorden in het Standaardnederlands'

Peter Debrabandere in Neerlandia 2014-4.


Begin november 2014 werden in de Vlaamse en Nederlandse media de resultaten bekendgemaakt van de internetenquête Hoe Vlaams is uw Nederlands? De enquête was georganiseerd door De Standaard, Radio 1, de Nederlandse Taalunie en de KU Leuven. Meer nog dan de resultaten van de enquête zorgde de conclusie die aan die resultaten verbonden werd, voor nogal wat ophef. Uw Nederlands mag Vlaamser kopte De Standaard op maandag 3 november. “58% van de Vlaamse taalprofessionelen heeft niets tegen meer Vlaams in de standaardtaal”, liet Johan De Schryver, docent Nederlands aan de KU Leuven, aan De Standaard weten. Om verschillende redenen is die conclusie onjuist. Je kunt net zo goed het omgekeerde besluiten.

Lees de hele tekst met de overpeinzingen van Peter Debrabandere


Omhoog


Gelukkig in mijn taal - Stijn Verrept

 

Op ouderavonden krijgen leerkrachten Nederlands veelal minder bezoek. Dat kan vreemd lijken, want is het Nederlands voor onze kinderen niet het eerste venster op de wereld? Is het niet het instrument waarmee andere kennis verworven moet worden en waarmee de meesten later in onze maatschappij zullen moeten functioneren zowel op zakelijk als op persoonlijk gebied? Een grootvader wijst erop hoe leerkrachten op school de kinderen in hun taal gelukkig kunnen maken.

Lees de hele tekst op de website van het VVA

Omhoog
Groot manifest van de Nederlandse taal

Een pleidooi voor een taalrenaissance in het hoger onderwijs van de 21e eeuw – te beginnen met Nederlands - 27 juni 2015


'De talen hebben het zwaar te verduren in ons hoger onderwijs. Kleine talenstudies aan universiteiten worden opgeheven, studierichtingen als Duits en Frans verdwijnen of worden geïntegreerd in algemene letterenstudies en veel lerarenopleidingen in de talen staan onder druk, zeker in het hbo. De kennis van talen als Duits en Frans is onder studenten in enkele decennia dramatisch afgenomen en het is in de meeste opleidingen een zeldzaamheid geworden om gebruik te maken van Duitse of Franse boeken. Ondertussen laat ook de beheersing van het Nederlands te wensen over.' is de inzet van het manifest.

Dit manifest gaat over het gebruik van het Nederlands en het Engels in het hoger onderwijs, en is opgesteld in Nederland door het Taalcollectief, een groep mensen die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van het Nederlands in het hoger onderwijs en daar stelling in wil nemen.

Citaat: 'Het gaat ons dus niet om het gebruik van Engels als zodanig in het hoger onderwijs, maar veeleer om de haast totalitaire manier waarop het Engels momenteel wordt opgelegd als de voertaal in vele studierichtingen, ten koste van het Nederlands en ten koste ook van andere talen zoals Duits en Frans. Daarmee gaan belangrijke aspecten verloren in de vorming van studenten en is het Nederlands als wetenschapstaal gedoemd ten onder te gaan.' (blz. 4)

De auteurs voeren niet minder dan veertien (14) steekhoudende wetenschappelijke en maatschappelijke argumenten aan die pleiten tegen de huidige vorm van verengelsing van het hoger onderwijs. Wat moet er dan gebeuren? Het Taalcollectief voert tien (10) actiepunten aan om de huidige situatie aan te vatten.

Het manifest is ondertekend door verschillende schrijvers, hoogleraren en onderzoekers. Onder hen ook Ad Verbrugge filosoof en voorzitter van Beter Onderwijs Nederland die in de weekendeditie van NRC Handelsblad al eerder pleitte voor het Nederlands als voertaal in het hoger onderwijs.

MANIFEST VAN HET TAALCOLLECTIEF

Krachtig aanbevolen lectuur                                                                       


Omhoog
Zes gedichten rond taal


Wrangheid om de worsteling met de identiteit en/in de taal van Vlaamse dichters

Plaats en datum

Ik ben in België geboren, ik ben Belg.
Maar België is nooit geboren in mij.

Ik ben in Vlaanderen geboren voor altijd,
Maar niet in Vlaanderen stond mijn oudste wieg.

Vlaanderen is mijn moderne kunstmoeder nu
Van wie ik mijn kindertong niet kreeg,
Van wie ik de hartbrekende wartaal bestudeer.
Vlaanderen werd traag mijn historische vader
Wiens voorgeslacht het mijne niet is.

Ik ben geboren in Limburg, koud,
Een koude, koude provincie.
Ik heb het er heet gekregen.

Ik ben ook geboren in Bree, Loons
En Luiks, een dodenstad, een middenstand
Met een zangerig, klagerig plat
Dat me hardop droomt als ik slaap,
Als ik slapend word ondergedompeld
In langzaam Nederduits.
Dat is muziek
Die ouder, me vertrouwder is dan dit
En die ik hier probeer te transponeren.

En ten slotte, als gezonde zoon
Van veel kanonnenvlees, ten slotte
Ben ik geboren in 1947,
Een rauwe datum, een hoopvolle tijd,
Een wereldwijs tekort dat groeit
In mij, in mij volwassen wordt.

Leonard Nolens, De gedroomde figuur, 1986

ABN 1

Het woord is vlees. Zo was het vroeger:
ik liep verloren, zij haalde mij in
aan een draad die de hele wereld snoerde,
ik hing aan de moedertaal, ik sprak blind.

Nu ben ik alleen. Ik spreek voorzichtig,
leef in een taal die ik zwijgend niet ken.
De draad trekt strak, ik schrijf gedichten,
bewijzen dat ik naar de hoofdstad zend,

op zoek naar het oog van de wereld,
waarin ik zwijgend niet kan bestaan.
Het woord is vlees, maar niet vanzelfsprekend.
Ik hang als een teek aan de taal.

ABN 2

Gevoed aan Vlaanderen, een reuzin,
een gulzig lichaam van melk voor liefde.
Ik krop haar op. Ik leef stiekem,
de handen schuldig, de mond dun.

Ik wil hier weg. Ik schrijf gedichten
om mij uit te rekken tot Amsterdam,
om uit te botten, ver van de stam,
in een taal die mij niet kan verplichten,


geen moedertaal, geen borst in de mond,
maar instrumenten, spraakkunst
en woordenboek, om een ik te enten,
liefdeloos, hoog boven de grond.

Charles Ducal, Moedertaal, 1994

Le flamand

Ik heb niet de gave mijzelf te vertalen,
deze matrijs is mijn enige vorm,
dit bange omhulsel, dit enge Vlaanderen.
Het zit om mij als de korst

Om het brood, zo hopeloos dicht
dat het verplicht genoeg te hebben
aan zichzelf, zuur en droog. Ik
droom soms het slijpen van messen.

Frans, Albanees, Tamazight,
om leven te snijden in dit versteende verhaal.
Maar de korst is zo hard en zo dik
dat ik stik in mijn eigen, mijn enige taal

Charles Ducal, Toegedekt met een liedje, 2009

Speech

Het is het Nederlands dat mij geplunderd heeft
en dat mij – tussen afval, schroot en puin -
vertrapt, gemarteld en vermorzeld heeft,
tot ik niet langer wist welk van mijn ikken ik was.

Het is het Nederlands dat mij verenederd heeft
en dat mij uit mijn Hoogstraat heeft verdreven
na het gebekvecht met mijn terminale Vlaams.
Het is het Nederlands dat mij verplicht heeft

af te zien van het geroezemoes en het gezoem
dat heerste van Deerlijk tot Heestert, van Zwevegem
tot Moen, en dat vervloeide in het oor van een of andere
alom gevreesde, alom beminde teerbeminde.

Het is het Nederlands waarmee ik mij verloofd heb,
ter wille van die ene lik, die ene snik, die cunnilingus
met wie zich amper een paar jamben beffen liet:
de memmende en stamelende schoonmama

Die mij belette in het Vlaams te poepen en mij
de kruissteek bijbracht telkens als ik naaien wou.
Het is het Nederlands dat mij het spreken af deed leren.
Het is het Nederlands dat mij belemmerde te leven.

Luuk Gruwez, Allemansgek, 2004

Mildheid voor de woorden - van de Nederlandse dichteres in Vlaanderen

Er kwamen woorden op bezoek ...

Er kwamen woorden op bezoek.
Ze bleven zitten in mijn rotan stoelen.
Ze zaten te bedoelen met rood hoofd.
Gij, waarin ik zo anders had geloofd
was zonder goddelijke jas
en stukken kleiner. Verfijnd
vroeg ieverans zich af hoe ergens
ergens anders was. Seffens
hield zich niet strak aan straks,
bleef sloom op beiden billen hangen.
Maar goesting,
uit zijn stoel gerezen,
breed, met handen, bood zich aan
als nieuwste woord om zelf te lezen.

Joke van Leeuwen, Kind in Brussel
uit Vier manieren om op iemand te wachten, 2001

Selectie van de gedichten door Luc Devoldere, laureaat VVA-prijs 2015

Omhoog

Taal of taaltje? Tussentaal?
reactie op prof. J. De Caluwes visie op de wenselijkheid van ander taalonderwijs dan Standaardnederlands – Stijn Verrept 

 

De auteur betwist hoegenaamd niet de wetenschappelijke bevindingen van de geleerde opponent. Hij stelt ook duidelijk dat prof. De Caluwe ‘ten volle overtuigd is van de noodzaak de standaardtaal op school zo goed mogelijk aan te leren en dat hij die in Vlaanderen niet door de tussentaal wil  vervangen. Wat hij blijkbaar wel wil, is de aandacht voor en het gebruik van de tussentaal aanvaardbaarder maken. ‘  De auteur heeft bezwaar in dit artikel tegen de oppositie van de Gentse taalkundige, die zich keert tegen het officiële onderwijsbeleid, dat de standaardtaal voorstaat voor het Vlaamse onderwijs. Nog sterker zet hij zich met argumenten af tegen de ‘Uitgangspunten voor een realistischer taalbeleid op school’ in de tekst van De Caluwe, waar tussentaligheid in het onderwijs aan de orde is.

Het is wel jammer dat wij u samen met deze reactie de originele tekst van prof. J. De Caluwe zelf niet kunnen aanreiken om als lezer de oppositie in beide teksten adequater te kunnen beoordelen. Deze ‘reactie’ van Stijn Verrept heeft wel het voordeel dat ook eens een duidelijke andere visie dan doorgaans in het huidige discours aan de orde wordt gesteld.

U leest hier de eerste alinea’s van de tekst van Verrept en daarna kunt u doorklikken om de hele discussietekst te lezen via de website van het VVA

Taal of taaltje?  Tussentaal?

Als het over de moedertaal gaat, zijn wij in Vlaanderen wel  iets gewend. Denk maar aan de vaak wat verkrampte discussies over de norm: de enen willen 100% aansluiting bij het taalgebruik in Nederland, anderen ijveren zelfs nog altijd voor een eigen Vlaamse taal. Een derde groep is wat genuanceerder en dan ook veelal niemands vriend.

De laatste tijd, eigenlijk al een hele tijd maar nu nadrukkelijker, is daar een thema bijgekomen, de tussentaal, ook wel verkavelingsvlaams genoemd. Tot niet zo lang geleden werd daar nogal vaak  lacherig over gedaan. Tegenwoordig zijn de toon en plaats van de discussie echter veranderd. Die toon is heftiger geworden en de discussie wordt nu ook expliciet in academische kring gevoerd. Zo heeft op 20 november 2010 professor Johan De Caluwe over het verschijnsel een indringend  en bijzonder boeiend betoog gehouden. Hij heeft er ook een artikel aan gewijd dat in het Jaarboek van de Gentse  Germanisten wordt opgenomen en waarnaar in het onderstaande verwezen wordt.*

Wat hier volgt, is een reactie van iemand die als neerlandicus vele jaren heeft gewerkt op verschillende niveaus, vooral maar niet alleen aan de universiteit, in Vlaanderen én Nederland, maar wel nooit aan een Letterenfaculteit. Dat is allicht het vermelden waard aangezien het een invloed kan hebben op de manier van kijken naar het bewuste fenomeen.

Het betoog van Johan De Caluwe valt uiteen in drie delen: een wetenschappelijke analyse van het taalgebruik in Vlaamse scholen, taal in beleidsteksten voor het Vlaamse onderwijs en adviezen voor dat onderwijs, gepresenteerd als ‘uitgangspunten voor een realistischer taalbeleid op school’.

Eerst moet hier een paar zaken worden opgemerkt die uit de discussie na de lezing duidelijk zijn gebleken. Zo is naar voren gekomen dat De Caluwe ten volle overtuigd is van de noodzaak de standaardtaal op school zo goed mogelijk aan te leren en dat hij die in Vlaanderen niet door de tussentaal wil vervangen. Wat hij blijkbaar wel wil, is de aandacht voor en het gebruik van de tussentaal aanvaardbaarder maken.

Lees de hele tekst

 

Omhoog
Snaaks


Het woord komt voor in het Nederlands en in het Afrikaans.

Het betekent: eigenaardig, gek, vreemd, raar of komisch, lollig, ondeugend, guitig …

Van Dale heeft het over een snaakse vent, die snaakse streken uithaalt en die daar dan ook heel snaaks over vertelt. Dat is dan wel echt een snaak, een kluchtige persoon of een spotzieke grappenmaker, een vreemde snuiter of iemand die zich guitig of zonderling gedraagt.

Het Afrikaans verklarend woordenboek van Labuschagne en Ekstein geeft wat genuanceerde voorbeelden en heeft het over:
jou snaaks HOU, gemeen of katterig wees; jou afsydig hou; nie wil saamdoen nie; iets nie wil vertel nie; moenie snaaks WEES nie, moenie afsydig, katterig of gemeen wees nie. Voor ANNA, het Groot Afrikaans Nederlands woordenboek (W. Martin) betekent jou snaaks HOU gek doen, raar doen.


Op Synoniemen.net vindt u het in vier contexten. Dat ziet er dan zo uit:

Klik door naar Synoniemen.net

De Grafische weergave,
klik op de afbeelding


Snaaks, niet?

 

Omhoog


Spelling en onderwijs
- José Vandekerckhove

 

José Vandekerckhove is licentiaat Germaanse Filologie, docent aan de KULeuven. Hij was pedagogisch begeleider voor het schoolvak Nederlands. Hij schreef diverse leerboeken Nederlands en is voorzitter van het Netwerk Didactiek Nederlands (NDN). Net verscheen zijn laatste taalboek 'Rechts is waar de duim links staat - 33 tinten taal' (Uitg. Pelckmans).

 


Leraren in de eerste graad secundair onderwijs:
‘Leerlingen leren niet meer spellen in het basisonderwijs.’

Leraren in de tweede graad secundair onderwijs:
‘Leerlingen leren niet meer spellen in de eerste graad.’

Leraren in de derde graad secundair onderwijs:
‘Leerlingen leren niet meer spellen in de tweede graad.’

Docenten in het hoger onderwijs:
‘Leerlingen leren niet meer spellen in het secundair onderwijs.’

En zo schuiven leraren en docenten de zwarte piet naar elkaar toe in de volle overtuiging dat leerlingen slechte spellers zijn, dat zij als leraar of docent alles doen wat in hun macht ligt om dit euvel te verhelpen, maar dat de voorkennis van de leerlingen of studenten eens ze bij hen op cursus komen gewoonweg niet voldoet. En daar kunnen zij behalve remediëren niets aan doen. Wat gebeurd is, is gebeurd. Als men in een eerdere onderwijsfase zijn gat verbrandt, moet men in een volgende op de blaren zitten.

En er is meer! Met de regelmaat van een klok verschijnen in kranten en tijdschriften artikels over het achteruitgaan (het verval?) van de spellingvaardigheden bij jonge mensen. Deze perceptie is bovendien veel minder recent dan we plegen te denken. In 1646 al schreef PC Hooft in een brief aan zijn zoon Aernout: ‘Ghy doolt dikwijls in ’t spellen van uw Neederduytsch. Let op het mijne; en volght ‘t.’
Er is dus blijkbaar in een tijdspanne van 369 jaar heel weinig veranderd. Ik vermoed in alle bescheidenheid dat er in de ‘Leydse  Courant’  van toen ook geregeld steen en been geklaagd werd over het bedroevende spellingniveau van jonge mensen in pofbroek en pofmouwen.

In zijn beknopt artikel gaat de auteur nog op twee vragen in:

  • Voldoet de didactiek van het spellingonderwijs?
  • Hoe groot is het belang van spelling bij effectieve en efficiënte communicatie?

Lees de hele tekst

Omhoog

Taal telt. Ook in het hoger onderwijs! - An De Moor

 

An De Moor is Master in de Taal en Letteren en talenbeleidcoördinator van alle professionele en academische opleidingen in Odisee (voormalig HUB-KAHO) en KULeuven, campus Aalst, Gent, Sint-Niklaas en Brussel. Zij maakt deel uit van de ‘Werkgroep Nederlands in het hoger onderwijs’ van de Raad voor Nederlandse Taal en Letteren NTU en werkte mee aan het adviesrapport ‘Vaart met taal. Taalbeleid in het hoger onderwijs’. Zij begon haar loopbaan als onderzoeker onderwijsvernieuwing en docente Bedrijfscommunicatie in HUB-KAHO. Zij heeft ook ervaring als raadgever communicatie en buitenlands beleid op een ministerieel kabinet. In een vroeger leven was zij onder meer lerares Nederlands-Engels. Zij leidt de stuurgroep voor de organisatie van het Congres "Samenwerken in het Nederlands schept kansen" van 10 oktober 2015 in het Vlaams Parlement.


In dit actueel en ruim gestoffeerd en geïllustreerd artikel behandelt de auteur de prangende thematiek van taalbeleid en taalondersteuning in het hoger onderwijs.
Zij heeft het achtereenvolgens over de recente steun voor het taalbeleid in het hoger onderwijs van de Nederlandse en Vlaamse onderwijsministers, het significant verband tussen taalbeleid en studiesucces, professionalisering als oplossing, van een taalbeleid naar een talenbeleid in Odisee en de lange weg die nog af te leggen is ... vanaf het secundair onderwijs.

Hier volgt de aanhef van haar artikel.


“De Vlaamse onderwijsraad heeft voor het beroek Ergotherapie een beroesprofiel opgestelt waarbij beide taken aan bod komen.”


Indien het een publieke persoon betreft kan stellen dat men een afbeelding gebruikt omwille van het algemeen belang (om te informeren).Ze geven als het ware een stilzwijgende toestemming.”

Dit zijn twee letterlijk geciteerde fragmenten uit respectievelijk een bachelor- en een masterproef. Hoe ga je hiermee om als lector en als hogeronderwijsinstelling? Het is een vraag waar een grote groep actoren in alle hogeronderwijsinstellingen in Vlaanderen en Nederland vandaag mee worstelt.

Aandacht voor taal is allerminst ouderwets

Vanaf de jaren zestig verwaterde de aandacht voor taal. Overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen in Vlaanderen én Nederland investeren er intussen gelukkig weer in want ‘alles is taal’. De meeste mensen vinden spelfouten heel irritant en nemen de maker ervan minder serieus. Ook al ben je deskundig, het staat niet professioneel. Spel- en taalfouten kunnen nog steeds het verschil maken tussen wel of niet een opdracht krijgen of uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek. Taal is bovendien een cruciale factor bij alle studies. Als advocaat moet je een goed pleidooi kunnen houden en als apotheker moeten de recepten helder opgeschreven zijn. Uit een onderzoek van dr. Jeroen Lievens blijkt bijvoorbeeld dat ook ingenieurs een zeer groot deel  van hun werkuren aan actieve communicatie moeten besteden, ...

Verschillende onderzoeken verwijzen naar vooral schrijfproblemen bij studenten: een tekst degelijk opbouwen, blijkt moeilijk voor een stijgend aantal onder hen. Daarnaast signaleren docenten knelpunten over stijl, register en woordgebruik naast problemen met spelling en grammatica.

Hogeronderwijsinstellingen zijn dringend op zoek naar oplossingen, niet evident in deze budgettair zware tijden. Het verklaart meteen het succes van het ‘Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs’ en het ‘Vlaams Forum Taalbeleid en Taalondersteuning’.

Lees het hele artikel
(in pdf-formaat)


Omhoog
Taal om te leren ... leven
Doelbewust en doelgericht onderwijs in de vakken Nederlands en Project Algemene Vakken (PAV) -
Nora Bogaert en Jan Lecocq

 

Nora Bogaert was jarenlang verbonden aan het Centrum Taal en Onderwijs van de KU Leuven. Zij heeft als onderzoeker en taaldidactica talloze publicaties op haar actief, als zelfstandige auteur of in samenwerking met anderen.
In dat verband vermelden we zeker het ’Handboek taalbeleid secundair onderwijs’ dat ze samen met Kris Van den Branden publiceerde in 2011 (Uitg. Acco). Zij is bestuurslid van het Netwerk Didactiek Nederlands (NDN). Zij redigeerde de recente visietekst van het NDN.
   

Jan Lecocq is pedagogisch begeleider SO van het GO, lid van de Werkgroep Nederlands van het Centrum Nascholing Onderwijs (CNO) UA en bestuurslid van het Netwerk Didactiek Nederlands (NDN)

De vakken Nederlands en Project Algemene Vakken (PAV) zijn een belangrijke hefboom voor het realiseren van gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen, ongeacht hun socio-economische status en ter bevordering van hun kansen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. De essentie van het vak Nederlands is niet zozeer dat de leerlingen dingen weten over het Nederlands, maar wel en in de allereerste plaats dat zij het Nederlands efficiënt kunnen gebruiken om voor hen relevante doelen te realiseren in voor hen relevante communicatieve situaties, op school en (nu en later) in de samenleving.


Om ervoor te zorgen dat deze vakken effectief bijdragen tot de realisatie van gelijke kansen voor alle leerlingen hebben de leerkrachten nood aan een diepgaand inzicht in de betekenis van elk doel dat moet worden bereikt (wat een doel inhoudt en met welke doelen het samenhangt) én vooral ook in de relevantie ervan (waarom het doel belangrijk is met het oog op gelijkheid van kansen). Daarnaast zouden leerkrachten meer ondersteund moeten worden in de vertaling van doelen in motiverende leeractiviteiten die naar die doelen leiden en hun samenhang weerspiegelen.

Ik herinner mij nog erg goed mijn verbazing toen ik het las. Heel wat leerlingen uit de derde graad hebben het moeilijk om de bedoelingen van een tekst correct in te schatten, zo bleek uit de peiling Nederlands van mei 2010. Ik neem de brochure er nog eens bij en zet hieronder op een rij welke conclusies mij het meest troffen:

  • Bij reclameteksten en opiniestukken denken veel leerlingen nog te weinig na over het tekstdoel en de tekstsoort. Er is nog te weinig sprake van een kritische basishouding bij deze activerende en persuasieve teksten. Een te groot deel van de leerlingen doorziet de bedoeling van de auteurs van deze teksten niet (p. 54).
  • Nog te veel leerlingen beschouwen een wervende tekst als een zuiver informatieve tekst (p. 55).
  • Voor een aantal leerlingen is het moeilijk om bij ontspannende programma’s op radio en televisie een onderscheid te maken tussen amusement en informatie. Een te grote groep gaat ervan uit dat radio- en televisieprogramma’s een (louter) informatief doel hebben (p. 55).
  • Anderzijds blijken de meeste leerlingen er wel goed in te slagen om informatie letterlijk uit een tekst te halen.
  • Deze resultaten worden bevestigd door de conclusies die werden geformuleerd bij de peiling functionele taalvaardigheid en functionele informatieverwerving en -verwerking in Project Algemene Vakken: leerlingen hebben het erg moeilijk om uit gelezen of beluisterde informatie de essentie te halen en de bruikbaarheid en betrouwbaarheid ervan in te schatten.

Dat is bijzonder pijnlijk, want uit deze vaststellingen blijkt dat beide vakken te kort schieten in de realisatie van hun basisdoelen en zo onvoldoende beantwoorden aan de verwachtingen die de maatschappij stelt om de leerlingen kritisch en creatief te laten participeren aan het maatschappelijk leven en een essentiële bijdrage te leveren aan de realisatie van gelijke onderwijskansen en van de kansen tot sociale emancipatie van leerlingen met lagere socio-economische status.

Lees het hele artikel


Omhoog

Nog meer informatie over taal en over Nederlands

 

Wie nog meer informatie wenst, kan terecht op de VVA-website - op twee pagina's:

- Artikels rond taal, taalgebruik, taalpolitiek

- Taalinformatie

 
 
 
Omhoog
 

Colofon

Gelegenheidsredactie van het e-zine 'Vivat academia" Editie 5

- Bruno Comer, hoofdredactie
- Ghislain Duchâteau, eindredactie
- Peter Debrabandere
- An De Moor
- Stijn Verrept

Afmelding

Wie deze nieuwsbrief liever niet ontvangt, kan zich afmelden met een berichtje naar
het VVA-secretariaat