
Meertaligheid in de klas. Veelgestelde vragen beantwoord
Meertaligheid in de klas. Veelgestelde vragen beantwoord van Steven Delarue
recencie van Ghislain Duchateau, voorzitter van de VVA-werkgroep Taal & Onderwijs
_____________________________________
Naar de vorm
Op 25 augustus 2025 werd ‘Meertaligheid in de klas’ gepubliceerd. Toen ik het boek bij de boekhandel bestelde kreeg ik te horen dat ze het bij de reeks schoolboeken moesten zoeken.
Toen het thuis arriveerde zag ik meteen dat het inderdaad een schoolboek is – wel niet een schoolboek in de zin dat het bedoeld is om in de klas door leerlingen te laten gebruiken.
Wel is het in de eerste plaats bestemd voor de leraren Nederlands om over het basisthema ervan “Meertaligheid in de klas” na te denken. En inderdaad is het naar de vorm ingericht als goed hanteerbaar boek voor reflectie over het grondthema. De omslag op het voorplat is aantrekkelijk geïllustreerd met allerlei figuurtjes die doen denken aan een kunstwerk van Joao Miro. Het omvat 4 delen van elkaar gescheiden door een groene pagina met evenzeer een abstract figuurtje dat doet denken aan reflectie. De subtitels zijn de 40 vragen in de ondertitel aangegeven, die elk in de tekst eronder keurig in een vlot leesbare taal voor leraren geschreven zijn, verspreid over de 248 pagina’s die het boek omvat. Tussenin de tekstjes en meestal op het einde van een onderdeel staat nog een apart tekstje in het groen met een verwijzing naar relevante informatie. De eerste keer komt dat al voor bij de inleiding op bladzijde 12 waar de auteur stelt dat het boek op persoonlijke titel en vanuit een ik-perspectief is geschreven en bestemd voor de lesgevers in de klaspraktijk, gesteund op studiewerk aan de Gentse universiteit en het Gentse Onderwijscentrum, waar Steven Delarue in het raam van de thematiek van het boek zowat een vijftiental jaren werkzaam is.
Naar de inhoud
De publicatie omvat naar de inhoud vier delen met daarin de behandeling van een deel van de vragen die de auteur zich had voorgenomen te beantwoorden. Deel 1 heeft het over meertaligheid als realiteit, troef, kracht en uitdaging. Deel 2 behandelt de taalontwikkeling bij kinderen die meertalig opgroeien. Deel 3 beschrijft hoe “je bij jou in de klas” met meertaligheid aan de slag kunt. Deel 4 ten slotte wijdt uit over hoe je meertaligheid een plek geeft in je taalbeleid op school en in het Tot slot komt de vraag aan de orde hoe je nu als docent met dat alles aan de slag gaat. Zo is het boek theoretiserend vanuit de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek maar direct gericht op de schoolpraktijk en het lesgebeuren.
Benadering van de ideeën
Dominant uiteraard is het thema rond meertaligheid in het onderwijs behandeld vanuit de allesomvattende onderwijsideologie van de auteur. Hij is ervan overtuigd dat de thuistalen van de leerlingen verschillend van het Nederlands een ruim aandeel moeten krijgen in het schoolgebeuren en ook in de lessen en zelfs bij de evaluatie van de leerlingen. Hij meent dat een dergelijke onderwijspraktijk een meerwaarde heeft niet alleen voor het welbevinden van leerlingen die uit een immigratiecontext onderwijs komen volgen maar dat het introduceren in les- en leerpraktijken van de thuistalen een opstap zou betekenen naar de verwerving van het Nederlands. Richtinggevend in eerste instantie zijn daarbij publicaties van de Canadese sociolinguïst J. Commins vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw, die een leertheorie voor talen heeft ontwikkeld die bekend staat als de Interdependentie hypothese. Die stelt dat cognitieve en academische vaardigheden die in een eerste taal (L1) zijn ontwikkeld, de ontwikkeling van een tweede taal (L2) vergemakkelijken. Steven Delarue erkent dat het een hypothese is die geen absolute geldigheid garandeert maar die in een Gents experiment zijn geldigheid heeft bewezen. Die theorie heeft aan de Gentse universiteit ertoe geleid om de methodiek van ‘Functioneel meertalig leren’ te ontwerpen. De toepassing daarvan grijpt naar het hart van deze thematiek van de meertaligheid in de het lesgebeuren (pp. 114-118).
Dat stemt wel tot nadenken omdat de volstrekte geldigheid aan twijfel onderworpen zou kunnen worden en dat het verwachte leerrendement niet echt gerealiseerd wordt.
Dat tempert toch wel het bedwelmend enthousiasme van de auteur voor de meertaligheid in de klas en zet aan tot kritische reflectie en voorzichtigheid voor de toepassing ervan. De auteur erkent ook dat er voor de toepassing van de theorie over meertalig leren er vanwege de betrokkenen, leraren en anderen een aantal weerstanden te verwachten zijn die hij tracht te ontkrachten (pp. 190-192). Zeker een bezwaar is dat meertaligheid in de klas enorm tijd opslorpend kan zijn. Als je overloopt wat in het boek wordt voorgesteld als mogelijk en als wenselijk, dan moet het duidelijk zijn dat het overmatig tijdsgebruik wel een niet te onderschatten tegenargument is voor die meertaligheid in het lesgebeuren. Daarbij moet worden voor ogen gehouden dat in de lesactiviteiten Nederlands de taalverwerving van de gebruiks- en instructietaal van het onderwijs, dat is het Standaardnederlands, primordiaal is en dat de omweg van het gebruik van de thuistaal in het leerproces niet wenselijk is.
Er hoeft niet te worden getwijfeld aan de integere intentie van de auteur om meertaligheid in de klas te implementeren, maar kritische reflectie over de hele systematiek is toch wel nodig.
Dat het Algemeen Nederlands (AN) de instructie- en gebruikstaal is in het klasgebeuren, moet beslist als vanzelfsprekend worden beschouwd en ervaren op school.
Betekenisvol boek maar kritische reflectie nodig
Tot slot is hier ook de waardering voor de prestatie van de auteur op haar plaats, die hier een uitstekend boek heeft gepubliceerd met de bedoeling het lesgebeuren met behulp van meertalig lesgeven ingrijpend te beïnvloeden. Als dusdanig is het boek volledig geslaagd.
De eentaligheidspraktijk bij het taalonderwijs zoals die nu en al zo lang van toepassing is in het taalverwervingsproces van leerlingen kan gerust gehandhaafd worden ondanks de verkettering vanuit sociologische hoek. Het meertaligheidsprobleem in de klas vereist wel voorzichtigheid en grondige toepasbaarheidsreflectie.
Ghislain Duchateau
23 september 2025
Uitgave: Academia Press
Verspreiding: Uitg. Lannoo
______________________________________